Op een feest waar druk getoost is, vordert men één der heren, die tot nog toe gezwegen heeft, op, om ook een toost te slaan. Na lang weerstreven begint hij "Dames en heeren, Ik ben geen redenaar. Houdt het mij dus ten goede als ik onzin verkoop - maar het komt uit het hart - onze gastheer leve!" |